Blog
Geplaatst op zaterdag 13 juli 2013 @ 00:33 door Calamandja , 3245 keer bekeken
Het beeldje van Maria met kind nader bekeken
Wat zien we op de foto?
Een eikenhouten beeldje van Maria met het kindje Jezus uit omstreeks 1480 en toegeschreven aan Adriaen van Wesel (ca 1417- kort na 1490), een van de weinige met naam overgeleverde middeleeuwse beeldsnijders.
Deze in Utrecht geboren beeldhouwer heeft zijn sporen in de geschiedenis achtergelaten door zijn opdracht voor het Onze-Lieve-Vrouwe-broederschap in Den-Bosch. Zij bestelden bij Adriaen van Wesel een altaarstuk met scènes uit het leven van Maria. Omdat deze opdracht is gedocumenteerd in de archieven, kunnen we een naam verbinden aan de doorgaans anonieme kunstwerken uit de late 15e eeuw. Op grond van stilistische kenmerken, zoals de hangende oogleden en de pruikachtige haardos, kan dit mariabeeldje worden toegeschreven aan Adriaen van Wesel.
Wat is er bijzonder aan het beeldje?
Dit beeldje wordt gepresenteerd als topstuk in het Rijksmuseum. Het is niet voor niets een topstuk. Behalve dat het bijzonder is dat een naam kan worden verbonden aan een middeleeuws beeldje, zijn noordnederlandse sculpturen uit deze tijd zeldzaam. Dit beeldje is gesneden in Van Wesel’s woonplaats Utrecht, destijds een centrum voor religieuze kunst, waar veel beeldsnijders- en beedlhouwerateliers waren. Na de Reformatie was het echter afgelopen met de ‘Santekraam’, de verering van Maria en Heiligen. Behalve dat Utrecht door de Reformatie zijn belangrijke kunstproductie verloor zijn er tijdens de Beeldenstorm veel beelden gesneuveld.
Het historische verhaal achter het beeldje van Maria met Kind
De figuur van Maria, de moeder van Christus, is eerder gebaseerd op latere ontwikkelingen binnen de kerk dan gestoeld op informatie uit het Evangelie. Haar populariteit groeide met de eeuwen uit behoefte aan een moederfiguur. Door haar rol als moeder stond zij dichtbij de mensen en fungeerde als een geliefde en barmhartige bemiddelaarster.
De verering van Maria als moeder van Christus is niet altijd vanzelfsprekend geweest en zelfs onderdeel van kerkelijke strijd. Nestorius verklaarde in de 5e eeuw dat zij niet als moeder God’s kon worden vereerd, aangezien zij ‘slechts’ de moeder was van de menselijke Christus. Het Concilie van Efeze (431) maakte echter korte metten met deze overtuiging en bevestigde de bijzondere positie van Maria als Moeder van God.
Daarmee sloot de kerk aan bij de verering van vroegere, heidense moedergodinnen. Waar het iconografische type van Moeder met Kind werd geboren, ontstond ook de vroegste Mariaverering. In Efeze werd de verering van de maagd Artemis verruild voor een andere goddelijke maagd: Maria.
De vroege afbeeldingen van Maria met Kind refereerden aan dit beeld van de Godbarende Moeder. Zij zit vaak majesteitelijk en afstandelijk op een troon. Deze weergave van Maria met Kind wordt sedes sapientiae, zetel der wijsheid, genoemd. Maria fungeert als troon voor de in Christus vlees geworden wijsheid. Dit type blijft gangbaar tot het midden van de 12e eeuw. Daarna krijgt Maria in de iconografie haar meer moederlijke trekken en wordt zij toegankelijker afgebeeld.
Hoofse liefde
Het beeld van Maria verandert onder invloed van de hoofse lyriek. In deze minnedichten gaan ridders de grootste uitdagingen aan om hun uiteindelijke doel, de gunst van de jonkvrouw in kwestie, te verkrijgen. De uitdagingen waar de ridder zich mee geconfronteerd ziet zijn te vergelijken met de moeite die het kost een deugdzaam leven te leiden. Maar zoals de ridder kracht put uit zijn liefde voor zijn jonkvrouw, kan de gelovige steun vinden in zijn liefde voor Maria. In dit licht werd het Hooglied van Salomo uitgelegd als voorafspiegelende liefdespoëzie aan het adres van Maria. Maria kreeg ook de fysieke schoonheid toebedeeld van de in het Hooglied bezongen vrouw.
De hoofse literatuur zorgde er ook voor dat het aanzien van vrouwen steeg in de van oorsprong misogyne christelijke samenleving. Maria, de vrouw die het dichtst bij God stond, steeg in aanzien en zo groeide ook haar verering.
Moederfiguur
De opkomst van de bedelorden in de 13e eeuw hebben de verering van Maria verder bevorderd. Zij gebruikten lofzangen op Maria voor een ruim publiek. In hun ogen werd Maria naast bemiddelaarster vooral de ‘moeder van smarten’, herkenbaar voor iedere moeder. Hiermee openden zij de weg tot een meer persoonlijkere verering.
Maria was bij uitstek de vrouw geworden tot wie je je moest wenden in tijden van nood. Zij was zowel dicht bij God, als dicht bij de mensen, omdat zij als moeder de menselijke vreugden en smarten had meegemaakt. Dit maakte haar tot een ideale bemiddelaarster en beschermster. Het is plausibel dat dit beeldje voor privégebruik is vervaardigd. De 15e eeuwse opdrachtgever heeft via dit beeldje een band opgebouwd met deze allesbegrijpende moederfiguur. Het heeft een prachtig beeldje opgeleverd, dat de Beeldenstorm heeft weten te overleven.
Bron: Geschiedenis Beleven,
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.