Blog
Geplaatst op vrijdag 17 september 2021 @ 12:44 door Calamandja , 1478 keer bekeken
Grote mystieke auteurs worden uitgediept in deze vierdelige podcastserie met jezuïet Rob Faesen. Het zwaartepunt ligt bij de middeleeuwse minnemystiek, maar Rob laat zien hoe relevant die inzichten vandaag zijn.
“Mystiek is een heel persoonlijke en rechtstreekse ontmoeting met God”, zegt jezuïet Rob Faesen in deze podcastserie over christelijke mystiek. Hij is in gesprek met radiomaker Joop van der Elst, die de interviews opnam in de Oude Abdij Drongen. De vier afleveringen van deze podcastserie over mystiek gaan over Bernardus van Clairvaux & Willem Saint-Thierry, Beatrijs van Nazareth, Jan van Ruusbroec en over de mystiek van Ignatius van Loyola en andere jezuïeten.
Wat is de kern van christelijke mystiek? Volgens Faesen draait het bij de auteurs van de mystieke teksten in de christelijke traditie rond de overtuiging dat er een inwoning is van God in de mens en van de mens in God; zonder dat daarmee de mens God wordt. Er is geen versmelting, geen fusie.”
Dat inzicht komt sterk tot uitdrukking in de mystieke teksten van (en de podcastaflevering over) Jan van Ruusbroec (1293-1381). Volgens Faesen brengt Ruusbroec het inzicht dat de mens niet ophoudt te bestaan als die zich totaal geeft aan God. “Er is maar liefdesontmoeting en relatie tussen God en mens wanneer de mens mens is, en dat alle dimensies van zijn bestaan, z’n lichaam, gedachten, geschiedenis en verlangens tot ontplooiing kunnen komen in de zelfgave.”
Beluister hier de podcastserie van vier afleveringen
Faesen is als hoogleraar mystieke theologie en literatuur al jaren bezig met de grote christelijke mystici. Steeds heeft hij de ervaring dat zijn studenten hun teksten wat bizar vinden. “Toch denk ik dat iedereen wel aanvoelt dat daar een heel mooi geheim verborgen ligt dat onze tijd een beetje uit het oog verliest. Dat er een geluk gelegen is in wat die mystici beschrijven, in de zelfgave aan God, een geluk van een andere orde waar onze cultuur aan gewend is. Ze beginnen fronsende wenkbrauwen die teksten te lezen, maar na enkele weken appreciëren ze het werk en nadien bedanken ze mij dat ze hiermee kennis mochten maken.”
De podcastserie begint met een aflevering over de minnemystiek van Bernardus van Clairvaux (1090-1153) en Willem van Saint-Thierry (1085-1148). Faesen zegt daarover: “Minnemystiek is mystiek die het aspect van de liefdesontmoeting bijzonder benadrukt en onder de aandacht brengt. Minne is de liefde tussen God en mens. Bernardus en Willem ontdekten de diepte daarvan door het Hooglied te lezen als een beeld voor de ontmoeting van God en de individuele mens. Tot die tijd had christelijke mystiek te maken met het schouwen van God. Dat drukt ook nabijheid uit, maar deze twee monniken gingen termen gebruiken als omhelzen, kussen, aanraken en verlangen. Daar schrokken ze eerst ook wel wat voor terug. Gods liefde kwam centraal te staan, die een explosie van leven is, een wervelstorm.”
De tweede aflevering gaat over de minnemystiek van Beatrijs van Nazareth (1200-1286), waarover zij schreef in De zeven manieren van heilige minne. “Met die tekst staan we aan het begin van de Nederlandse mystieke letterkunde. Zij beschrijft daar wat zich kan voordoen in de relatie tussen God en mens.
In de mystiek is het God die zich plots en op een intieme manier doet kennen
Leidraad in haar werk is de dynamiek van de vreugde en pijn die ons steeds verder naar de diepte van de liefde voert. “We hebben vaak de neiging te denken dat liefde iets heel gelukkigs is, maar het brengt ook pijn met zich mee. Neem bijvoorbeeld Beatrijs’ tweede manier van minne. Dat is het grote geluk om alles voor God te doen wat men kan. Keerzijde is de pijn dat men niet alles kan doen. De eigen beperktheid ervaren leidt vervolgens tot een dieper niveau van minne, namelijk dat de liefde meer is dat alleen datgene wat ik mij realiseer. Maar in de relatie tussen God en mens is er soms ook het plotselinge besef van de pure, gratuite liefde zoals die is. Met dan een intensivering van het verlangen, wat een pijnlijk verlangen is, wat dan weer leidt tot een nog dieper besef dat de werkelijkheid gedragen wordt door de liefde van God, die absoluut is en ons totaal overstijgt. Met opnieuw een verlangen: ik wil dat ik altijd helemaal bij Hem was, een verlangen naar eeuwigheid.”
Ook Ignatius van Loyola kennen we als een mysticus, zegt Rob Faesen; al associeert men Ignatius daar misschien niet meteen mee. Ignatius is immers vooral bekend om zijn Geestelijke Oefeningen. “Het woord oefeningen zegt genoeg: dat is de mens die zijn uiterste best doet om het mysterie van Christus te benaderen via meditaties, overwegingen, nadenken en het gebruiken van alle vermogens. Is dat mystiek? In de mystiek is het God die zich plots en op een intieme manier doet kennen.”
Via een gebed dat Ignatius dan formuleert, komen we bij een fundamenteel punt in de mystieke literatuur
Maar, zegt Faesen, in de Geestelijke Oefeningen is een onderstroom aanwezig met een mystieke dimensie. Die komt tot uitdrukking wanneer Ignatius de retraitant aan het einde van de Oefeningen een overweging geeft om tot de liefde te komen. “Daarin overweegt de mens hoe God zichzelf wil geven, en niets liever zou doen dan dat, als de mens dat maar zou toelaten. En als de mens zich gaat realiseren hoe groot die gave van Godswege is, wat kan de mens dan beter doen dan zichzelf ook aanbieden? Via een gebed dat Ignatius dan formuleert, komen we bij een fundamenteel punt in de mystieke literatuur: de totale overgave waarin de mens zegt: uw wil geschiedde. De kernzin die de identiteit van Christus uitmaakt wanneer hij zijn lijden ingaat en wij Christus werkelijk zien zoals hij is. Niet mijn wil, maar uw wil.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.