Brabantse mystiek

Geplaatst op dinsdag 15 oktober 2019 @ 17:32 , 1359 keer bekeken

In Brabant leefden in de dertiende en veertiende eeuw verschillende schrijvende mystici. De belangrijksten zijn Hadewijch en Jan van Ruusbroec.

- Beatrijs - 

Beatrijs van Nazareth 
 
Beatrijs van Nazareth was afkomstig uit de Brabantse stad Tienen en ging al op jonge leeftijd in een klooster. Ze kreeg er een goede opleiding en werd uiteindelijk priorin (subhoofd van een vrouwenklooster) van het klooster Nazareth bij Lier (niet ver van Antwerpen). Toch is ze niet bekend geworden door haar glanzende carrière maar door de mystieke teksten die ze schreef. Beatrijs van Nazareth was namelijk een mystica. Maar wat is mystiek?

Mystiek is de poging om één te worden met God door volkomen overgave. In de geest van de mysticus ontstaat hierdoor ruimte waarin God kan binnenkomen. Maar of hij binnenkomt staat niet vast: de eenwording is een geschenk van God, en niet een beloning die verdiend kan worden door ijverig bidden. Het moment waarop zich dit voordoet, komt volkomen onverwacht: de mysticus ervaart de aanwezigheid van God en weet dat deze werkelijkheid echter is dan de wereld om haar heen. Mystieke literatuur gaat over dergelijke ervaringen en over de manier om ze te bereiken. Ze is een poging om in woorden te vatten wat eigenlijk niet gezegd kan worden. In dat opzicht lijken mystieke teksten wel een beetje op poëzie, en het is dus niet verwonderlijk dat het tekstje van Beatrijs, aan het begin van dit hoofdstuk, zo poëtisch is.

In Brabant zijn er in de dertiende en veertiende eeuw verschillende schrijvende mystici geweest. Beatrijs van Nazareth was de eerste van wie teksten in het Nederlands bewaard zijn, maar zeker niet de beroemdste. Hadewijch, die leefde in de dertiende eeuw, en Jan van Ruusbroec uit de veertiende eeuw, zijn de belangrijkste figuren uit de Brabantse mystiek.
 
Hadewijch
 
Hadewijch is een grote onbekende, voor zover het haar levensverhaal betreft. Ze leefde in Brabant, zoveel weten we wel, maar wanneer ze precies leefde is onbekend. Ze zou haar belangrijkste teksten hebben geschreven rond 1250, al denken sommigen dat ze rond 1300 actief was. In elk geval zijn er heel wat teksten van haar bewaard: visioenen, liederen en brieven. De visioenen, waarin ze haar ervaringen op schrift heeft gezet, vormen haar belangrijkste werk. In de brieven schrijft ze aan verschillende vriendinnen over mystiek en over de manier waarop je zou moeten handelen om mystieke ervaringen te kunnen krijgen. Ook de liederen waren bedoeld voor een kring van goede bekenden. Waarschijnlijk zong Hadewijch ze samen met haar mede-zusters in het klooster of begijnhof waar ze leefde.

Ruusbroec

 

Jan van Ruusbroec
 
Jan van Ruusbroec (1293-1381) was priester in Brussel toen hij zijn eerste werken schreef. Later stichtte hij, samen met enkele anderen, het klooster Groenendaal even ten zuiden van de stad. Daar kon Ruusbroec zich in alle rust wijden aan een leven met God. Ook hier schreef hij verschillende grote en kleine mystieke traktaten. Ruusbroec was al bij zijn leven beroemd en zijn werk kreeg een grote verspreiding. Het werd tot in Zuid-Duitsland gekopieerd en al gauw werd het vertaald in het Latijn. Maar de grootste invloed had hij natuurlijk in zijn directe omgeving. Het duidelijkst blijkt dit wel uit het wonderbaarlijke verhaal over Jan van Leeuwen († 1378), de kok van het klooster Groenendaal. Toen hij zich aansloot bij Ruusbroec was hij volstrekt ongeletterd, zo wil het verhaal. Maar door goddelijke inspiratie leerde hij zichzelf lezen en schrijven, en tussen het bereiden van de dagelijkse maaltijden schreef hij verschillende mystieke teksten. Een betere illustratie dat het bij mystiek niet gaat om geleerdheid, maar om genade van God, is nauwelijks denkbaar.
 
Bron: literatuurgeschiedenis.nl


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: